Chileense cultuur en Nederland
De regeringsperiode
van de Chileense president Salvador Allende (1970-1973) en de militaire
staatsgreep in Chili op 11 september 1973 hebben overal in de wereld, en ook in
Nederland, tot een grote betrokkenheid
met het Chileense volk geleid. De betekenis van de Chileense cultuur
voor Nederland is heel groot, en aangrijpend. Aafke Steenhuis maakte een overzicht van veertig jaar
solidariteit en culturele uitwisseling.
Chileense
cultuur en Nederland
In 1970 werd de charismatische socialist Salvador Allende
gekozen tot president van Chili. Zijn regering was een verbond van zes linkse
politieke partijen: socialisten, communisten en linkse christenen, de Unidad
Popular. Het democratische, vrije en informele karakter van deze regering en
het beleid, dat gericht was op verbetering van de situatie van vooral de arme
bevolking via landhervorming, scholing, gezondheidszorg en cultuur, maakte op
veel plekken in de wereld hoop, enthousiasme en bewondering los. Al begin 1971
besloot Jan van der Putten, toen nog een beginnend journalist, naar Chili te
gaan om te berichten over het veranderingsproces. Voor NRC-Handelsblad en De
Tijd, en later voor De Groene Amsterdammer, schreef hij informatieve stukken
over de regering-Allende en de oppositie. In 1972 vond in Santiago een
belangrijke vergadering van de UNCTAD plaats, de VN-organisatie voor handel en
ontwikkeling. Vanuit Nederland gingen sociaal-democratische politici, onder
andere de latere premier Joop den Uyl en de latere minister voor
ontwikkkelingssamenwerking Jan Pronk naar deze bijeenkomst; wat een grote
invloed zou hebben op de betrokkenheid van de PvdA bij Chili. Die betrokkenheid
was ook mee te danken aan André van der Louw, die een maand na de staatsgreep
van 11 september 1973 als PvdA-voorzitter en leider van een delegatie van de Socialistische
Internationale naar Chili ging. Bij de UNCTAD-conferentie van 1972 in Santiago
was ook De Groene journalist Max Arian, die er aansprekende artikelen over
schreef; en de docent en activist Piet Reckman. De wervende kracht van de
democratische, Chileense weg naar het socialisme en de Chileense cultuur werkte
niet alleen door in Nederland, maar in veel Europese landen. Overal in de
wereld, en ook in Nederland, vind je Salvador Allende-pleinen en Pablo
Neruda-straten. De liederen van de Chileense muziekgroepen en de boeken en
tijdschriften van uitgeverij Quimantú, die bijvoorbeeld een serie uitgaf: Nosotros los Chilenos, Wij Chilenen,
over het dagelijks leven en werk in Chili, en kritische strips, zoals La Firme,
waren inspirerend. De boeken waren heel laag geprijsd en werden massaal
gekocht: zo’n acht miljoen exemplaren in drie jaar. Quimantú is een Indiaans
Mapuchewoord en betekent: De zon van de kennis. Belangrijk was ook dat op
uitnodiging van Salvador Allende de Chileense schilder en beeldhouwer Roberto
Matta, die in Italië woonde, naar Chili terugkeerde en invloed had op de
Chileense cultuur. De periode-Allende zou een grote invloed hebben op het leven
van veel mensen elders in de wereld, en ook op het leven van veel jonge
Nederlanders, die bijvoorbeeld journalist, schrijver, maatschappelijk werker of
kunstenaar werden met een Latijnse inslag. En omgekeerd, de Chilenen die
jarenlang in ballingschap in Nederland woonden, brachten bij hun terugkeer hun
Nederlandse ervaringen mee naar Chili. De politieke bijeenkomsten in Chili, die
altijd vergezeld gingen van veel muziek, lekker eten en gezelligheid, zouden
een blijvende invloed hebben op Nederlandse politieke bijeenkomsten die tot die
tijd nogal serieus en zwaar op de hand waren.
Aan de regering-Allende kwam op 11 september 1973 een
eind door een dramatische militaire staatsgreep, met steun van de Amerikaanse
regering, door generaal Augusto Pinochet. Allende was op dat moment in het
regeringsgebouw La Moneda, deed een oproep aan het Chileense volk via de radio,
probeerde zich te verdedigen en pleegde zelfmoord. Jaren van verschrikkelijke
onderdrukking volgden; tienduizenden Chilenen werden gevangen genomen en
gefolterd, tienduizenden vluchtten het land uit, duizenden werden omgebracht.
Linkse boeken werden op straat verbrand en vernietigd, uitgeverij Quimantú werd
gesloten, de redacteuren opgepakt, drie van hen zijn verdwenen. Ook films van
Chile Films werden vernietigd. Er kwam
censuur op boeken, kranten, radio, televisie en film. Er werd een hard economisch
beleid ingevoerd, het eerste voorbeeld van neo-liberalisme in de wereld, door
de Chicago-boys, een groep Chileense economen die bij Milton Friedman, de
grondlegger van deze leer, in Chicago gestudeerd hadden. Doordat linkse
politieke partijen, vakbonden en studenbewegingen verboden waren, konden de
nieuwe neoliberale ministers ongehinderd hun gang gaan. De Chileense machtsgroepen profiteerden van
het beleid, de arbeiders kregen het heel zwaar en zagen hun hoop op een beter
leven vervliegen. In 1990 kwam een eind aan de militaire dictatuur, er werd een
regering van christendemocraten en socialisten gevormd, de Concertación
Democrática, de democratische overeenkomst. Tijdens al die jaren van militaire
dictatuur was er in de hele wereld een grote betrokkenheid bij het lot van
Chilenen.
In de herfst van 1972 werd in Amsterdam het Chili Komitee
Nederland opgericht, onder andere door de journalist Max Arian, de politicus
Jan Pronk, de sociologiestudent Jan Joost Teunissen, Gerard Smink, Marie Jose
Reynders en anderen. Het comité wilde de regering-Allende, die door de
Verenigde Staten, de Wereldbank en internationale bedrijven via een
“onzichtbare blokkade” geboycot werd, solidair en kritisch volgen en er
informatie over geven in Nederland. Het
comité gaf na de staatsgreep een tijdschrift uit, het Inca-bulletin, dat oorspronkelijk
al in Chili bestond; het werd tijdens de regering van Allende in Santiago
gemaakt door de Nederlandse priester Martin Schram; Inca was de afkorting van Informatie
Chili Amerika. Later kreeg het blad de naam Chili-bulletin, daarna Alerta en
nog later La Chispa. Het Chili Komitee Nederland veranderde na de staatsgreep
van karakter, het werd een actiecomité dat zorgde voor informatie, publicaties,
manifestaties, opvang van Chileense vluchtelingen in Nederland, en boycotacties
– onder andere van Chileense Granny Smith-appelen, van investeringen in Chili door
de Stevin-baggermaatschappij en van leningen door de ABN. Medewerkers en
vrijwilligers van het Chili Komitee waren onder andere Gerard Smink, Marie José
Reinders, Max Arian, Jan Joost Teunissen, Herman Vuijsje, Martin Schram, Bauco
van der Wal, Jacques Meulmeester, Luis Aravena, Hans Langenberg, Emmy Kwant, Henk
Piek, Peter Gelauff, Wietske Langedijk, Jan de Kievid en veel anderen. In heel
Nederland werden tientallen plaatselijke Chili-comités opgericht, op het
hoogtepunt waren er 52 comités, die ook allerlei acties ondernamen, zoals de
Friese actie om geen Friese pootgoedaardappelen naar Chili uit te voeren;
daarbij werden onder andere de PvdA-politicus Anne Vondeling en de Chileense
landbouwdeskundige David Baytelman betrokken.
Meteen na de staatsgreep van Pinochet op 11 september
1973 werd het Strijdfonds Chili opgericht; daarin zaten de organisaties
Sjaloom, Chili Komitee Nederland, Evert Vermeer Stichting van de PvdA – die op
1 mei 1973 een Chili-solidariteitsmanifestatie had gehouden – en het
coördinatiecentrum van de plaatselijke Chili-comités. Het Strijdfonds heeft jarenlang veel geld
ingezameld voor het politieke verzet en voor humanitaire projecten in Chili. In
het bestuur van het Strijdfonds zaten onder andere An Thomassen-Lind, de vrouw
van de vroegere burgemeester van Rotterdam; Bertus Bolk, voormalig priester in
Chili, Cees Commandeur van de vakbeweging, journalist Max Arian, schrijver
Anton Constandse, en Piet Reckman van politiek centrum Sjaloom.
Het Chili Komitee Nederland, Sjaloom, alle plaatselijke
Chili-comités in Nederland, de Nederlandse vakbeweging, veel NGO’s,
studentenorganisaties, en de linkse en gematigde politieke partijen, van de
CPN, de PvdA tot en met de christendemocraten, vormden samen de Chili Beweging
Nederland. Een platform, met een heel
breed politiek en maatschappelijk spectrum ontstond zodoende, dat in staat was
om grote solidariteits-manifestaties te organiseren veel mensen op de been te
brengen. Dichter en organisator Huub
Oosterhuis was lange tijd voorzitter van de Chili Beweging.
Het Centrum voor Chileense Cultuur, het CCC, werd in 1977
in Amsterdam opgericht. Ankie Peypers, Max Arian, Mieke Westra, Jan Röfekamp,
Lou Meulenberg, Hetty Vogelesang, Hannie
van den Berg, Arie Sneeuw, Dick Bloemraad, Hein Vrolijk, Bert Janssens, Eric
Gerzon, Hedda Post en Fleur Bourgonje maakten er onder anderen deel van uit.
Zij wilden de Chileense en Latijns-Amerikaanse cultuur meer bekendheid geven in
Nederland. Het centrum vertaalde gedichten en gaf dichtbundels en verhalen uit,
zoals de dichtbundel van Latijns-Amerikaanse dichteressen Het water zal de stenen breken, de dichtbundel De dagen die ons scheiden van de Argentijn Juan Gelman, Ik zeg je niet waar ik vandaan kom van
de Paraguayaan Lincoln Silva. Verder
organiseerde het centrum concerten van Latijns-Amerikaanse muziek, lezingen van
schrijvers en kunsttentoonstellingen. In 1988 hield het centrum op; er waren in
Nederland zoveel activiteiten op het gebied van de Latijns-Amerikaanse cultuur,
dat het CCC overbodig was geworden.
Tijdens de regering van Salvador Allende bezocht Piet
Reckman, docent aan de Sociale Academie de Horst en oprichter van
politiek-cultureel centrum Sjaloom in Odijk, meerdere malen Chili. Hij ging
onder andere ook op bezoek bij de in Chili wonende journalist Koos Koster, die
steeds informatie over Chili naar Nederland stuurde. Piet Reckman nam
grammofoonplaten mee naar Nederland van Chileense zanggroepen als Quilapayun,
Inti Illimani, Violeta Parra en haar kinderen Angel en Isabel Parra, en van
Victor Jara. Sjaloom besloot om die platen in Nederland uit te geven. Dat was
een groot succes. Sjaloom hoorde, voor de staatsgreep, dat Inti Illimani in
september 1973 voor het eerst naar Europa zou komen en organiseerde een tournee
in Nederland. Een paar dagen na de staatsgreep kwam de groep in Odijk aan. De
tournee had nu een hele andere lading en emotionaliteit gekregen. Sjaloom en de
Chileense platenmaatschappij Dicap besloten toen samen Vrije Muziek op te
richten. Een heel belangrijke rol bij Vrije Muziek speelde de Chileen Jaime
Moreno. Vrije Muziek maakte samen met de
VARA de grammofoonplaat Hart voor Chili.
Vrije Muziek wilde graag een Victor Jara Festival
organiseren, naar voorbeeld van onder andere Londen. Het Chili Komitee wilde
dat ook, dus werd er samengewerkt. Joan
Jara, de vrouw van de vermoorde zanger Victor Jara, was aanwezig op het eerste
festival in 1981 in het net geopende Muziekcentrum Vredenburg, en hield er een
toespraak. Met dit evenement was Vredenburg voor het eerst helemaal
uitverkocht. Na het festival werd besloten om ook de muziek van andere
Latijns-Amerikaanse landen naar Utrecht te halen en de manifestatie te
verbreden tot een Latijns Amerika Festival. Dat festival werd dertien jaar lang
georganiseerd door VLAM, de Vereniging Latijns Amerika Manifestaties. Moniek
Reckman heeft als vertegenwoordiger van Vrije Muziek aan alle festivals
meegewerkt, en nog steeds zet zij zich in voor de Chileense cultuur.
Sjaloom, ook wel de Chileense Volksambassade genoemd, heeft
veel posters en boekjes uit Chili in het Nederlands uitgegeven, onder andere de
informatieve boekjes van de vermaarde Chileense pedagoge Marta Harnecker. Ook
heeft men jarenlang een informatieblad
over Chili gepubliceerd. Piet Reckman, zijn vrouw Jos Reckman en zijn dochter
Moniek Reckman waren, met anderen, de drijvende krachten van Sjaloom.
Vanaf de staatsgreep op 11 september 1973 zijn er door de
Chili Beweging en andere politieke bewegingen geregeld Chileense politici en
vakbondsmensen naar Nederland uitgenodigd om hier op manifestaties te spreken,
zoals Hortensia Bussi de Allende, de echtgenote van Salvador Allende die hier
in 1974 en 1979 kwam, hun dochter Isabel Allende, Isabel Letelier, de weduwe
van de socialist Orlando Letelier, de voormalige minister van Allende die
meermalen in 1976 naar Nederland kwam en in opdracht van Pinochet in september
1976 in Washington door middel van een autobom vermoord zou worden. Ook de
voormalige minister en socialist Clodomiro Almeyda sprak op een
september-manifestatie, net als de CUT-vakbondsman Luis Meneses.
Het Chili Komitee Nederland heeft zich enorm ingespannen
dat Nederland zijn grenzen openstelde voor Chileense vluchtelingen. Zelfs werd
kortstondig door het comité de Chileense ambassade aan de Javastraat in Den
Haag bezet. De bezetters werden gearresteerd en korte tijd vastgezet. En
inderdaad: Nederland ontving zeer gastvrij de Chileense vluchtelingen. Eind
jaren zeventig verbleven hier ruim 2000 Chilenen, nu zijn dat er ruim 4000
mensen. Toen de Chilenen vanaf eind 1973 en in 1974 naar Nederland kwamen,
werden zij in allerlei hotels en in zomerhuis-complexen opgevangen, voor zij
een huis kregen. In die tijd vroegen burgemeesters
van Nederlandse dorpen en steden hun burgers om op zondag Chileense
vluchtelingen op bezoek te vragen, om de Chilenen zich hier thuis te laten
voelen. In Putten op de Veluwe vroeg de burgemeester dat ook. De familie
Langedijk, bestaande uit moeder Roef en vader Gerrit, met drie blonde dochters
Wietske, Tineke en Rijtje, kregen elke zondag een steeds groter wordende groep
Chilenen op bezoek, met wie zij muziek maakten, zongen, aten, aan theater deden
en weefden. Hun huis ligt op een groot terrein in de natuur, met weiden en veel
bomen. Dochter Wietske vertelt dat ze al gauw niet alleen ’s zondags, maar elke
dag Chilenen over de vloer hadden. Al
gauw ontstonden vanuit de Chileens-Nederlandse ontmoetingen de jaarlijkse
Pinksterfeesten in Putten, die vanaf de jaren zeventig nog steeds door de
familie Langedijk, met schoonzoons en talrijke kleinkinderen, gehouden worden:
grote vierdaagse kampeerpartijen met
muziek, theater, verkleedpartijen, film en lekker eten. Nog steeds komen er
Chilenen van het eerste uur.
Geïnspireerd door de Chilenen ging de familie Langedijk,
aangevuld met vrienden, zelf theater spelen: dat werd de groep Beroerd. Aanvankelijk was hun theater gericht op Chili
en speelden ze wekelijks acts in alle uithoeken van Nederland waar Chili-manifestaties
waren. Later brachten ze het theaterstuk Een
dag in het leven van de Salvadoriaanse schrijver Manlio Argueta. Met dat
stuk zijn ze ook door Midden-Amerika getrokken, onder andere in Nicaragua,
Costa Rica en Panama.
Tussen 1977 en 1992 bestond in Rotterdam het Salvador
Allende Centrum. De Rotterdamse burgemeester André van der Louw en de ambtenaar
Saskia Stuiveling zaten in het Dagelijks Bestuur. Het centrum was een
ontmoetingsplek voor Chileense en Latijns-Amerikaanse ballingen in Nederland,
en deed veel aan de verspreiding van Chileense en Latijns-Amerikaanse cultuur.
De Chileense dichter en schilder Juan Heinsohn was jarenlang coördinator van
het centrum, zoals ook de in Nederland wonende Chileense balling Hugo Bascuñan
jarenlang werkzaam was in het SAC. Hij woont nu weer in Chili.
Daarna, Chili was intussen weer een democratisch land,
kwam op Chileens initiatief het Nederlands Chili Instituut, het NCI (1994- 2002) in Rotterdam. Het organiseerde
exposities, filmfestivals en uitwisselingen tussen universiteiten. In 2001
presenteerde het NCI een Chili-festival in het Zuidplein-theater in Rotterdam,
met optredens van het BAFOCHI, het Folkloristisch Ballet van Chili, en met
muziek van Isabel Parra en Tita en Antar Parra.
En, heel belangrijk, Rotterdam herbergde ook het
Instituut voor een Nieuw Chili, het INC, opgericht in 1977. Dit instituut was
een idee van de Chileense ex-minister en socialist Orlando Letelier. Hij
streefde ernaar om, wanneer er aan de dictatuur van Pinochet een einde zou zijn
gekomen, een coalitieregering te vormen van alle oppositiepartijen, waartoe
intussen ook de christendemocraten behoorden. Zo’n coalitie was in Chili niet
gebruikelijk, maar in Europa wel. Ook de voormalige leider van de
christendemocraten, Jaime Castillo, die in ballingschap in Venezuela woonde,
was voor zo’n coalitie. Het INC wilde Chileense politici in ballingschap en
jongere politici een ontmoetingsplaats geven, zodat zij er konden brainstormen
over het Chili van na de dictatuur. Om het instituut van de grond te krijgen
reisde Orlando Letelier, die met zijn gezin in ballingschap in Washington
woonde, in 1976 vier keer naar Nederland. Veel Europese ministers steunden het
streven van Orlando Letelier, onder wie Jan Pronk, minister voor ontwikkelingssamenwerking.
Het INC kwam van de grond dankzij financiering door Pronk en de steun van
burgemeester André van der Louw die een geschikte ruimte in Rotterdam aanbood.
Vlak na zijn laatste reis naar Rotterdam werd Letelier in Washington door
middel van een autobom vermoord, op last van Pinochet. Terwijl de Verenigde
Staten de staatsgreep van Pinochet gesteund hadden, werd deze brutale
bomaanslag in het hart van de hoofdstad Washington hen te gortig; de moord op
Letelier in 1976 is het begin van de kentering van het Amerikaanse beleid. De
regering-Carter, die zich inzette voor mensenrechten, droeg bij aan een
toekomstige democratisering van Chili. De protesten in de jaren 80 in Chili, en
de toenemende wil in het land, ook van rechtse politieke partijen en groepen,
om via onderhandelingen van de dictatuur af te komen, bewerkten tenslotte, via
een referendum, de terugkeer van de democratie in Chili. Betrokken bij het INC
waren vanaf het begin de socialist Jorge Arrate, Jorge Tapia van de Partido
Radical, de christendemocraat Otto Boye en Roberto Celedón van Izquierda
Cristiana. Het lukte niet om de communisten erbij te betrekken. Er wordt gezegd
dat het herstel van de democratie in 1990 in Chili mede te danken is aan dit
instituut, want voorwaarde voor de oprichting was dat de socialisten en
christendemocraten met elkaar zouden gaan praten. Dat was een lastige opgave,
want de christendemocraten hadden de coup van Pinochet gesteund. Maar het
lukte. Zo ontstond een breed politiek front, dat de basis legde voor de latere,
post-dictatoriale regering van christendemocraten en socialisten in Chili, de
Concertación – dat Pact of Overeenkomst betekent en die nog steeds bestaat.
Het Chili Komitee Nederland ging later op in OLAA,
Organisatie Latijns-Amerika Activiteiten, die onder andere muziekoptredens en
uitwisselingen tussen Latijns-Amerika en Nederland organiseert, bijvoorbeeld
nodigde men een groep Colombiaanse straatkinderen uit naar ons land.
Coördinator is Wietske Langedijk. De gasten verblijven vaak in het grote
ouderlijke Langedijk-huis in Putten.
In Nederland werd in 1976 de muziekgroep Amankay
opgericht, bestaande uit vier Chileense musici: Patricio Wang, Ricardo
Mendeville, Renato Freyggang, Daniel Smith en de Nederlandse Winanda van Vliet.
Ze hebben jarenlang groot succes gehad met
hun concerten en de nieuwe stukken die zij gemaakte hebben. Winanda ging later
doceren aan het Conservatorium van Rotterdam en is een succesvolle carrière als
soliste begonnen. Patricio Wang, de componist
en leider van de groep, ging later naar Quilapayún maar bleef aktief in Nederland, net zoals Renato Freyggang die
bij Inti Illimani kwam. Ricardo Mendeville richtte samen met Paco Peña de
afdeling flamenco van het Conservatorium van Rotterdam op. Daniel Smith is als
docent verbonden aan het Theaterschool van Amsterdam. Patricio Wang blijft veel
concertmuziek en muziektheaterstukken schrijven, maar ook voor film, dans en
toneel, bijvoorbeeld voor het zeer mooie
theaterstuk Maria Nuñez in 2013. Hij
speelt met veel ensembles en orkesten in Nederland op het gebied van hedendaagse muziek. Zijn muziek wordt ook
veel in Chili gespeeld. Alle spelers van Amankay zijn met elkaar in contact
gebleven en ze verzinnen vaak muziekprojecten samen.
In Utrecht richtten Klaas Wellinga, toenmalig docent
Latijns-Amerikaanse literatuur aan de Universiteit Utrecht, de advocaat Hans
Langenberg en hispaniste Barbara Teunissen de organisatie KKLA op, het Kultuur
Kollektief Latijns Amerika. Door het KKLA werden grammofoonplaten uitgegeven,
onder andere van de toen in Nederland wonende Uruguayaanse zangers Numa Moraes
en José Carbajal, en van de Nicaraguaan Luis Enrique Mejía Godoy, samen met de
muziekgroep Mancotal. Op de universiteit
vouwden studenten van Klaas Wellinga de platenhoezen, zodat de platen erin
pasten. Het KKLA en Vrije Muziek werkten samen in VLAM, Vereniging Latijns
Amerika Manifestaties, die de veelbezochte Latijns-Amerika-festivals in
muziekcentrum Vredenburg in Utrecht organiseerde. Het KKLA werd later LIP,
Latin Issue Productions. Hans Langenberg en Moniek Reckman van LIP organiseren
nog steeds af en toe een concert of maken een CD- opname van een
Latijnsamerikaanse artiest mogelijk.
De Nederlandse vakbonden waren sterk betrokken bij Chili,
zowel tijdens de regering-Allende als na de coup bij de clandestiene Chileense
vakbonden. Ze organiseerden vele solidariteitsbijeenkomsten. Een belangrijke
rol speelde hierbij de gevluchte Chileense vakbondsman Boris Vildósola, die in
Nederland heel actief was. De AbvaKabo hield
bijvoorbeeld de manifestatie Piek
voor Chili in 1977; in 1979 was er een manifestatie van de CUT, de
Chileense vakbeweging, in Amsterdam; ook de Algemene Grafische Bond hield eind
jaren zeventig een manifestatie. De
Nederlandse vakbonden adopteerden ook gezinnen van vervolgde of vermoorde
vakbondsleden in Chili: zij stuurden er geld en brieven heen. Deze contacten
bleven jarenlang bestaan. Ook heeft AbvaKabo een cultureel centrum in Chili
geadopteerd; jonge Chileense vakbondsleden steunden via toneel,
muurschilderingen en muziek de Chileense bevolking en de strijd tegen de
dictatuur.
Verschillende Chileense schrijvers , dichters,
kunstschilders en musici zochten als vluchteling hun toevlucht in Nederland,
zoals de dichter en schilder Juan Heinsohn, die onder andere Het geluid, de stilte en het woord
(1996) en Verblijf op papier (2009)
schreef. Hij gaf tussen 1980 en 1988 het literaire tijdschrift América Joven
uit en vormde de spil van talrijke literaire en culturele bijeenkomsten in
Rotterdam.
De schrijver Ricardo Cuadros die in Amsterdam woont
schreef onder andere de dichtbundels Navegar
el silencio (1984) en Gedichten van
de honger en zijn hond (1994), de verhalenbundel Constelación del Monte (1996) en de roman El fotógrafo belga (2006).
De Chileense docent literatuur en massacommunicatie en schrijver
Ariel Dorfman woonde ook als balling in Nederland en gaf les aan de Universiteit
van Amsterdam. Hij schreef veel verhalen, romans, gedichten en toneelstukken, onder
andere : Para leer al Pato Donald
(1972) - samen met Armand Mattelart, een boek over cultuurimperialisme, in het
Nederlands vertaald als Hoe lees ik
Donald Duck - , Hard Rain (Moros en la costa, 1973), Widows
(Viudas, 1981), The
last Song of Manuel Sendero, (La
última canción de Manuel Sendero, 1982),
Last Waltz in Santiago and other
poems of exile and disappearance (Pastel
de choclo, 1986). In het tweede deel van zijn herinneringen: Feeding on Dreams: Confessions of an
Unrepentant Exile (2011) schreef hij onder meer over het verblijf van hem
en zijn gezin in Nederland.
De Chileense dichter Fernando Quilodrán verbleef lange
tijd in Nederland als balling. Hij schreef onder andere de dichtbundels
Los Materiales (1972), Había una vez un pueblo (1980), Poemas (1987), De tiempo antiguo y lluvias (1993), Averiguación del tiempo y otros poemas (2009) en de roman Los organismos del tiempo (1983). Hij
kreeg een koninklijke onderscheiding in Nederland. Later ging hij terug naar
Chili, hij werd directeur van de krant El Siglo, en voorzitter van de
Vereniging van Schrijvers in Chili.
De Chileense dichter Gonzalo Millán woonde tussen 1987 en
1997 in Rotterdam; hij nam deel aan veel poëzie-programma’s van het
Dunya-festival en van Poetry
International.
De Chileen Leo Serrano woonde lange tijd in Groningen.
Hij schreef de roman Een onmogelijke
herinnering. Hij is jong gestorven.
De Chileen Oscar Catalán en de Amerikaanse econoom Andre
Gunder Frank, die lang in Chili heeft gewoond en zich daarna met zijn Chileense
vrouw Marta Fuentes in Nederland vestigde, schreven in 1984 de bundel Chili onder Pinochet; Een latijnsamerikaans
volk in gijzeling. Hierin wordt onder andere het neoliberale,
economische beleid van Pinochet
beschreven, dat door de Chicago-school van Milton Friedman in Chili werd
geïntroduceerd.
De Chileen Mariano Maturana deed al vroeg aan
video-kunst. In Amsterdam maakte hij veel videofilms bij de groep MonteVideo en
was daarmee een inspirator voor andere videomakers.
De Chileense folklorist Benedicto Piojo Salinas woonde
jarenlang als balling in Rotterdam. Hij vluchtte naar Nederland toen bij een
politie-inval in zijn huis in Santiago zijn vrouw, zijn schoonzuster en zijn
zoon van zestien jaar gedood werden. Ook de Chileense folkloriste Gabriela
Pizarro verbleef enige tijd in Rotterdam.
De schilderbrigade Brigada Ramona Parra, die al in Chili
bestond, heeft veel muurschilderingen gemaakt in Nederland. Onder andere Jorge
Kata Núñez heeft er deel van uitgemaakt. Hij heeft dertig jaar in Nederland, in
Rotterdam, gewoond enj heeft muurschilderingen gemaakt onder andere in Tilburg,
Zwolle, Hoorn, Amsterdam, Dordrecht, Eindhoven, Rotterdam en Leeuwarden. Eind 2012 is hij teruggekeerd naar zijn
geboorteplaats Valdivia. Ook Juan
Heinsohn heeft veel muurschilderingen gemaakt; onder andere in Alkmaar,
Amsterdam, Delfzijl en Rotterdam.
De Chileense zanger en gitarist Luis Aravena trad met
zijn muziek en zijn grappen veel op in scholen en op bijeenkomsten. Hij heeft veel mensen bewust gemaakt van de
gruwelijkheden van de Chileense dictatuur. Dit deed hij op een heel
persoonlijke manier, met zijn verhalen vol ironie en humor. Hij was zanger en
gitarist, en schreef prachtige liedjes. Zij staan op de plaat Luis Aravena, waarbij werd samengewerkt
met veel Chileense en Nederlandse muzikanten. Patricio Wang bijvoorbeeld heeft
alle arrangementen geschreven, de instrumenten werden door o.a. de leden van
Amankay bespeeld, Winanda van Vliet heeft meegezongen, en voor de
achtergrondkoortjes kwamen ontelbare vrienden en familie naar de studio om mee
te doen. De legendarische Argentijnse
zangeres Mercedes Sosa heeft later zijn liedje Cartagena op een van haar platen opgenomen. Een fragment uit een van zijn liedjes: ‘Deze taal kan ik niet praten, wat moet ik
doen, ik werk me steeds in de nesten, met al dat gedoe. Laatst was ik in de
apotheek en zei heel verlegen: Mijn
maagd is zo van streek, kunt u daar een pil voor geven? Ik vertelde aan een
vriend, ik kan de hoer niet meer betalen.’ Luis Aravena had samen met Emiel
Barendsen een muziekimpressariaat; zo
organiseerde hij onder andere een
tournee van de befaamde Argentijnse zanger Atahualpa Yupanqui door Nederland.
De kleine en hartelijke Luis Aravena werd ziek en is jong, terug in Chili,
overleden in 1991.
De Chileense musicus Gabriel Aguilera trad veel op in de
jaren zeventig en tachtig, onder andere in de groep Lautaro, een van de vele
muziekgroepen die in Nederland door Chilenen is opgericht. Later werd hij
toneelspeler, onder andere in de televisieserie Penoza. Er was de muziekgroep
Neltume, en de twee zussen Jacqueline en Veronica Castro, die in theaters en op
scholen optraden. Jacqueline Castro heeft veel cd’s gemaakt, zoals Joyas 1, 2 en 3, Yacumba, Tambor Indio en Retratos, een hommage aan de Chileense
dichteres Gabriela Mistral.
En er waren verschillende Chileense dansgroepen, zoals de
kinderdansgroep Melinca, de groep Volantín, en de dansgroep Huelen (1980-1993),
die bestond uit achttien mensen: dansers, muzikanten en zangers. De groep
presenteerde overal in Nederland de folkloristische muziek en dans uit Chili;
men won een prijs op het Internationale Dansfestival in Rotterdam.
In de loop van de jaren kwam er een geregelde
uitwisseling van Chileense en Nederlandse schrijvers en kunstenaars op
gang. Chileense schrijvers en theatergezelschappen werden naar
Nederland uitgenodigd. In 1971 trad de Chileense dichter Pablo Neruda op
tijdens Poetry International in Rotterdam. Later werden de schrijver Ricardo
Wilson en de Mapuche-dichter Elicura Chihuailaf naar Nederland uitgenodigd. De
Chileense dichter Nicanor Parra trad in 1985 op tijdens Poetry International.
Op Oerol op Terschelling speelde in 2010 het Chileense theatergezelschap La
gran Reynetta. De Chileense cultuur blijft aanwezig in Nederland: in het
Holland Festival 2013 trad een Chileens gezelschap met een stuk: Tratando de hacer una obra que cambie
el mundo – Poging om een stuk te maken dat de
wereld zal veranderen. Het stuk laat vijf acteurs zien die zich vier jaar lang
opsluiten om een wereldhervormend stuk te maken, een van hen overlijdt in die
tijd. Dan horen ze dat de wereld radicaal is veranderd en hun stuk volkomen overbodig
is geworden. En ze horen dat het negenjarig dochtertje van de overledene heel
erg naar haar vader verlangt en nu alleen op de wereld is. Een geestige, maar
scherp snijdende zwarte komedie.
Op filmgebied is heel veel gebeurd. Talloze goede Chileense
films werden in de loop van de tijd in Nederland vertoond. Een greep: El chacal de Nahueltoro van Miquel
Littin, de films van Raul Ruiz, zoals Palomita
blanca, La Batalla de Chile van
Patricio Guzman, Rabia van Oscar
Cardenas, Machuca (2004) van Andrés
Wood, Volver a vernos (2002) van
Paula Rodriguez, El caso Pinochet
(2001), van Patricio Guzmán, Post Mortem
(2011) van Pablo Larraín, De jueves a domingo (2012) van Dominga
Sotomayor, Violeta went to heaven
(2012) van Andrés Wood, No (2012) van
Pablo Larraín . In Utrecht wordt jaarlijks het Latijns Amerika Filmfestival
georganiseerd. Ook in andere Nederlandse filmhuizen zijn geregeld festivals van
de Chileense film, zoals recent in Eye, het Amsterdamse filmmuseum.
De Nederlandse filmer Rob Brouwer en de Chileen Pablo
Eppelin maakten in 2011 de documentaire My
Friend Diego. De film gaat over Luis Alberto Alarcón, die in 1973 werkte
bij de persoonlijke veiligheidsdienst, de GAP, van Salvador Allende. Na de
staatsgreep wordt hij gearresteerd en wekenlang gemarteld. Na ruim dertig jaar
gaat hij vanuit Nederland, waar hij in ballingschap woont, terug naar Chili en
gaat hij de confrontatie aan met de man die hem folterde, luitenant Manuel Vásquez
Chahuan. De documentaire, met filmmuziek van Maurino Alarcón, is op
verschillende festivals vertoond. Pablo Eppelin groeide als kind van Chileense
vluchtelingen op in Costa Rica, studeerde in Parijs en richtte in Nederland de
Latijns-Amerika informatiedienst Noticias op, waarvan hij ook de coördinator is.
Op literair gebied werden talloze Chileense romans,
verhalenbundels en dichtbundels in het Nederlands vertaald. Ook hier een greep:
heel veel titels van Isabel Allende, veel romans van Roberto Bolaño,
dichtbundels van Pablo Neruda, een roman van María Luisa Bombal, werk van
Ricardo Cuadros, Juan Heinsohn, Francisco Coloane, Ramon Díaz Eterovic, José Donoso,
Carlos Droguett, Jorge Edwards, Hernan Rivera Letelier, Antonio Skármeta, Alejandro Zambra, Gladys
Mejias.
Nog steeds maken de nakomelingen van Chileense ballingen
muziek in Nederland, bijvoorbeeld de groep Ten Tem Pies, onder leiding van
Maurino Alarcón, die swingende muziek speelt, een fusie van Latijns-Amerikaanse
muziek, rock, ska en reggae. Ze maakten een album Canto para gritar; in 2013 toerde de band door Chili.
De groep Chileneuros bestaat uit vijf jonge musici, onder
leiding van Alejandro Arrate, en ze zingen en spelen de traditionele Chileense
cueca’s van hun grootouders op een lichtvoetige manier in Nederland.
De Chileense Noemi Baeza, die tussen 1974 en 1984 als
ballinge in Nederland heeft gewoond, had in Chili bij de radio gewerkt en kreeg
hier in Nederland een baan bij de VARA. In 1984 ging Noemi terug naar Chili en
ze is daar met kinderen gaan werken. Al jarenlang organiseert zij radioworkshops
voor kinderen in poblaciones, heel arme wijken zoals de krottenwijk Peñalolén
in Santiago, en op het arme Chileense platteland. De kinderen kiezen een thema,
zoeken informatie, nemen interviews af, leren hun eigen mening onder woorden te
brengen, en nemen zelf hun gesprekken op. Dit werk draagt veel bij aan hun
zelfvertrouwen. Iedere week wordt er een programma uitgezonden via Radio Nuevo
Mundo. Daar luisteren veel kinderen en volwassenen naar.
De Stichting Nederlandse Vrouwen voor Chili is door een
groep Nederlandse en Chileense vrouwen opgericht; de stichting geeft
voorlichting en zamelt geld in. In de
eerste jaren werden gezinnen waarvan de kostwinner vermist was, financieel
ondersteund zodat de kinderen naar school konden blijven gaan. Van grote
kledingwarenhuizen kregen de Vrouwen voor Chili grote stapels kleding, die zij
in containers naar Chili stuurden. Later werden Chileense jongeren, kinderen
van Chileense vluchtelingen, die zelfstandig vanuit Nederland terugkeerden naar
Chili financieel ondersteund, totdat zij hun draai in Chili gevonden hadden.
Momenteel bestaat het bestuur alleen nog uit Nederlandse vrouwen, Jos Reckman
en Moniek Reckman; de Chileense vrouwen in de stichting zijn allen teruggekeerd
naar Chili.
Marijke van Meurs, dochter van een Chileens-Nederlands
echtpaar, woonde in ballingschap in Nederland en maakte deel uit van de
schilderbrigades. Later keerde zij naar Chili terug. Op het zuidelijke eiland
Chiloé is zij nu directeur van het museum in de hoofdstad Ancud.
In Nederland heeft de Unidad Popular van president
Salvador Allende veel sympathie gewekt. Veel Nederlandse kunstenaars,
schrijvers en musici en theatergroepen lieten zich inspireren door Chili. De Nederlandse media, met name de
VARA-televisie en radio, en weekbladen zoals De Groene Amsterdammer, de Haagse
Post en Vrij Nederland, en de dagbladen schreven heel veel over Chili. Docent
Zuid-Amerikaanse cultuur Klaas Wellinga in Utrecht deed met zijn studenten een
onderzoek naar de berichtgeving over Chili in Nederlandse kranten; met name de
artikelen van Chili-correspondent Jan van der Putten in de NRC werden als zeer
informatief gezien. Verschillende studenten Spaans en Latijns-Amerika-studies
werkten als tolken en vertalers tijdens manifestaties en interviews, zoals Marika
de Bakker, Barbara Teunissen en Marjan Haitsma. Ook werkten studenten samen met
organisaties van Spaanse gastarbeiders in Utrecht; men organiseerde
bijvoorbeeld Latijns-Amerikaanse films.
Componist Peter Schat maakte het muziekstuk Canto general, op een gedichtencyclus
van Pablo Neruda. Het stuk werd uitgevoerd in het Vondelpark in Amsterdam,
tijdens het Holland Festival 1974, door Lucia Kerstens, Vera Beths en Reinbert
de Leeuw, ter herinnering aan Salvador Allende.
Jan Joost Teunissen en Aafke Steenhuis hebben drie boeken
geschreven over Chili: Chileens Dagboek
(1974), Weerzien met Chili (1994) en Windjammers in Delfzijl; De route van de
Chilisalpeter (2003). Het laatste boek werd in Chili in 2007 door
uitgeverij LOM in het Spaans uitgebracht. Over het boek werd een documentaire
gemaakt, Het witte goud, dat in 2011
en 2013 door de Nederlandse televisie is uitgezonden. Er is een Spaanse versie
van, El oro blanco, die door de
televisie van Iquique is uitgezonden.
Een van de publicaties van het Chili Komitee was Cultuur in Chili, 1970-1973 samengesteld
door Max Arian, Klaas Wellinga en Jan Joost Teunissen. Het boek gaf een overzicht
van de rijke cultuur onder de regering-Allende.
De al eerder genoemde Nederlandse journalist Jan van der
Putten, die tussen 1970 en 1973 correspondent in Santiago was voor de NRC, de
Groene Amsterdammer en verschillende radiozenders, heeft boeken over Chili
geschreven: Chili ’71-’74 en Latijns-Amerika politiek.
De historicus en docent Jan de Kievid , jarenlang
coördinator van het Chili Komitee Nederland, schreef Chili in verzet tegen Pinochet (1986) en Brood, gerechtigheid en vrijheid; Chili tussen dictatuur en democratie
(1993).
De
Nederlandse fotograaf Koen Wessing (1942-2011) reisde in september 1973 naar
Chili – gekleed in een net pak en met een bijna onzichtbare camera – en maakte
aangrijpende foto’s van de staatsgreep en de angst van de Chilenen. Die foto’s
kwamen in een boek: Chili september 1973. Ook maakte hij in 1983 het fotoboek Van Chili tot Guatemala, tien jaar
Latijns-Amerika, met teksten van de
Uruguayaanse schrijver Eduardo Galeano. Tot vlak voor zijn dood heeft Koen
Wessing gewerkt aan een tentoonstelling
van zijn werk in Santiago, in het Centro Cultural Gabriela Mistral. Op deze tentoonstelling, met de naam Imágenes Indelebles, Onuitwisbare Beelden, werden voor de eerste
keer in Chili zijn foto’s van de
staatsgreep getoond. Ze maakten grote
indruk.
Anne-Marie Plasschaert en Hans Abelman maakten voor het
Centrum Beeldende Kunst in Rotterdam in 1999 het boek Venceremos!
De Nederlandse filmer Frank Diamand maakte in 1990 de documentaire Chile Crea, over een culturele manifestatie in 1988 in Chili. Onder
andere de Nederlandse dichter Bert Schierbeek ging er heen, en ook de
Uruguayaanse schrijver Eduardo Galeano. Ook maakte Frank Diamand de film Chili, de overgang (1990) over Chili.
De schrijfster Fleur Bourgonje, die tussen 1971 en 1973
als correspondente in Santiago woonde, en daarna in Argentinie en Mexico,
schreef in 2011 de roman Oostenwind Koningskind , dat speelt op
het Chileense eiland Chiloe.
Peter Gelauff, jarenlang actief bij het Chili Komitee
Nederland, schreef in 2005 de roman De
verzwegen geschiedenis van de familie Manríquez, naar aanleiding van de
vondst van vijftien vermoorde slachtoffers van de dictatuur in de verlaten kalkmijn
van Lonquén.
De Nederlandse muziekgroep De Volharding en de schrijver
Bert Schierbeek maakten op uitnodiging van de Chileense vakbeweging CUT in 1978 een tournee door Chili. Deze reis had
een grote impact in Chili en in Nederland.
Theatergroep De Nieuwe Komedie uit Den Haag speelde in
1978 het toneelstuk De lange nacht,
over vier Chileense vrouwen die gevangen zaten in een cel. De schrijver was
Jorge Dias, regisseur Ursul de Geer.
Het Ro-theater in Rotterdam bracht het toneelstuk van
Ariel Dorfman, De dood en het meisje,
in 193 en 1994. De regie had Marcelle Meuleman.
Het Friese toneelgezelschap De Noorder Compagnie maakte
een theaterstuk over fascisme en Chili in 1978. Het stuk was van Zdenek Kraus
en werd bewerkt door Guus Rekers.
Dichter en ex-priester Huub Oosterhuis heeft met zijn
poëziegroep Poëzie Hardop meerdere programma’s over de Chileense cultuur
gemaakt, onder andere een programma met de gedichten van Pablo Neruda en een
uitvoering van de cantate Santa María de Iquique, van de Chileense componist
Luis Advis.
De schildergroep Het Februaricollectief, die veel
muurschilderingen in Nederland maakte, was direct geïnspireerd door de Chileense
muurschilderbrigades.
Ter gelegenheid van de herdenking van veertig jaar na de
coup tegen Salvador Allende, is er in september 2013 een grote manifestatie
georganiseerd in gebouw De nieuwe Liefde in Amsterdam: Veertig jaar Chileense
Gemeenschap in Nederland. Ook is er een muziekpresentatie: Veertig jaar Chileense muziek in Nederland, door een groep van
dertien Chileense en Nederlandse zangers en musici. De Chileense componist Patricio Wang, 37 jaar
in Nederland woonachtig, en de jonge Chileense componist Alekos Buscovic, die
sinds enkele jaren in Nederland woont, hebben voor dit project arrangementen
gemaakt van liedjes uit de periode 1977-2013. Deze manifestatie zal later in
andere Nederlandse steden gehouden worden, onder andere in Den Haag, Hengelo,
Utrecht, Eindhoven en Rotterdam. Het
evenement is onder andere georganiseerd door Wietske Langedijk, Bincho Alarcón,
voormalig docent aan Sociale Academie De Horst in Amersfoort, waar hij de
afdeling Latijns-Amerika opzette, de ontwerper Claudio Encina, Juan Heinsohn,
Peter Gelauff en Pablo Eppelin, die de
wekelijke internet-informatie over Latijns-Amerikaanse cultuur in Nederland en
Belgie verzorgt, Noticias.
Tijdens deze manifestatie verscheen ook het boek 40 jaar; 40 verhalen, geredigeerd door
Jan de Kievid, Pablo Eppelin en Karin Snoep. Veertig Nederlanders die betrokken
waren bij het lot van Chili en Chilenen die in ballingschap in Nederland
woonden, zijn hierin geïnterviewd.
In september 2013 ging ook een groep van twintig
Nederlanders: vakbondsmensen, activisten en kunstenaars, naar Chili, om te
herdenken dat veertig jaar geleden de staatsgreep plaatsvond. Dat gebeurde op
uitnodiging van een groep Chilenen die als vluchteling in Nederland gewoond
hadden en teruggingen naar Chili, met als drijvende krachten oud-vakbondsman
Boris Vildósola en dichter Fernando Quilodrán. Zij wilden de Nederlanders die
zich voor hen en hun land hadden ingezet, bedanken met een programma met
excursies, maaltijden en bijeenkomsten in het parlement, de universiteit en het
presidentiële paleis La Moneda.
Aafke Steenhuis