Monday, January 01, 2018

Bombay - Op zoek naar een Sim-kaartje

Mahendra en Aafke



Bij de uitgang van de cruise terminal dromden ze om mij heen, de taxichauffeurs. ‘Sir, I can take you to all the places you want to visit’, ‘Sir, do you want to go to the Gateway?’, ‘Sir, I can bring you to the Museum, it is very cheap’. ‘Dank voor het aanbieden van uw diensten maar ik heb geen taxi nodig,’ antwoorde ik steeds. ‘Ik loop alleen maar even naar het stoplicht om daar een sim-kaart te kopen.’
Het was een brede laan waar ik over liep vanaf de gate, met aan de linker kant hoge, dikke bomen. Er was weinig verkeer. Een man kwam op mij af en vroeg bescheiden of ik misschien een taxi nodig had. ‘Nu niet,’ zei ik, ‘maar morgen wel. Mijn vrouw en ik zijn nog een nacht op het cruiseschip en morgenochtend gaan wij naar ons hotel en hebben daarna een afspraak ergens in de stad.’ ‘Ik kan u voor 15 dollar per dag overal naartoe brengen,’ zei hij. Ik keek hem nog wat beter aan, hij keek rustig terug. ‘Okay,’ zei ik, ‘kunt u morgenochtend om 8 uur bij de gate staan, dan komen mijn vrouw en ik met onze koffers van het schip.’
De volgende morgen liep hij rustig en zelfverzekerd op ons af. Toen wij een kleine week later op het vliegveld afscheid van elkaar namen hadden zowel hij als Aafke en ik tranen in onze ogen.

Bij de kruising met het stoplicht was aan de overkant een open winkeltje, eigenlijk meer een soort brede, open kraam, zoals die waarbij Aafke en ik in Shanghai ook een sim-kaart hadden gekocht, met een man die voortdurend smartphones in ontvangst nam die klanten aan hem afgaven voor een aantal uren. Ik kon bij hem alleen een sim-kaart kopen als ik een pasfoto had, want er moesten formulieren ingevuld worden met een foto van mij erop vastgeplakt. Hij vertelde waar ik in de buurt een pasfoto kon laten maken.
Ik kwam bij een fotowinkel, een pijpenla, met personeel in het voorste, lichte gedeelte en achterin, in het duister, de baas. Een rustige, vriendelijke en zelfverzekerde man, met wie ik algauw aan de praat raakte over zwart-wit fotografie, het ontwikkelen van negatieven, het opkomen van het beeld in ontwikkelaar, de papiersoort die bij elk van ons favoriet was – hij sepia, ik Record Rapid van Agfa – en de filmrolletjes van aanvankelijk 8 en later 36 foto’s. Ik heb nog een paar rolletjes bij mij in de kast liggen en ook fotopapier, ontwikkelaar, fixeer en tangetjes om het natte, ontwikkelde fotopapier op te pakken en eerst in een bak met fixeer te leggen en daarna in een emmer te spoelen. Maar het gesprek over die details hadden we pas nadat hij zijn broek en overhemd had uitgedaan en opeens in een halflange onderbroek voor mij stond en met rustige en beheerste bewegingen een perfect gestreken overhemd en witte broek aantrok om met mij naar een telefoon­winkel te lopen voor het kopen van een sim-kaart. Hij nam mij bij de arm om een drukke weg over te steken en zo kreeg ik mijn eerste les in het oversteken van een straat waarin auto’s aan de verkeerde kant dicht op en naast elkaar langs je heen zoeven of voortkruipen. Die les kwam me later van pas, toen ik met Aafke drukke wegen overstak. Voor mij werd het algauw routine en een avontuur zonder gevaar, want ik zag dat de verkeerschaos en de bestuurders van de steeds toeterende auto’s, scooters en motoren respectvol met elkaar en en met de voetgangers omgaan: ze rijden nooit tegen elkaar aan, ook al lijkt het dat ze dat elk moment zullen doen.
Samen met de fotograaf vond ik een geschikte telefoonwinkel. Op de terugweg vertelde hij mij over de mooie sepia trouwfoto die hij van zijn ouders had, over zijn dagelijkse yoga-oefeningen en het overslaan van de avondmaaltijd, waardoor hij zo fit bleef. Hij was 72 en ik vond dat hij er jonger uitzag dan ik. Later stelde ik Aafke aan hem voor toen ook zij een pasfoto liet maken voor het bemachtigen van een Indiase sim-kaart. Uiteindelijk zag zij daar van af: één werkende mobiele telefoon was voldoende.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home